Een veelvoorkomende fout is dat er van voordeel wordt gesproken wanneer een speler of een team in balbezit blijft. Balbezit en voordeel zijn niet hetzelfde! Voordeel is namelijk meer dan balbezit. Wanneer een team de bal breed moet spelen of helemaal terug moet spelen naar de eigen speelhelft, is er geen sprake meer van voordeel zoals het eigenlijk wordt bedoeld.
Of de scheidsrechter voordeel toepast is afhankelijk van de situatie. Zo zal de scheidsrechter onder andere de volgende factoren mee laten spelen bij de beslissing of de voordeelregel wel of niet wordt toegepast:
Wanneer de scheidsrechter de voordeelregel toepast, zal hij dat duidelijk moeten maken aan de spelers. Zowel met een gebaar met de armen als met een hoorbaar signaal dat hij verder laat spelen. De scheidsrechter dient “doorspelen”, “ga door” of “voordeel” te roepen zodat ook spelers die met de rug naar de scheidsrechter staan, weten dat het spel doorgaat en dat de voordeelregel wordt toegepast. Het gebaar, een of twee armen vooruit, is van belang voor de andere spelers en het publiek. De voordeelregel mag door de scheidsrechter worden toegepast bij iedere overtreding van de regels.
Terug naar Voordeelregel